Charles Louis artiste peintre
In Laren tekende en schilderde Charles op vele plaatsen in het dorp en in de omgeving. In de boerderij van Duurland kon hij alles heerlijk uitwerken.
Piet Hartemink uit Hilversum was daar fotograaf. Piet ontmoette Charles bij Duurland in de boerderij. Ze gingen vaak met elkaar om en werden goede vrienden. Via Piet ontmoette Charles, Johanna Augusta Liket.
Het jonge stel trouwde op 27 juni 1951 en gingen in-wonen bij haar ouders aan de Orionlaan 31, in Hilversum. In Hilversum werd dochter Tanne in 1951 geboren. ( volgens pa een kunstenaar in spe)
Ze verhuisden naar Uithoorn, waar ze met vrienden een cultureel centrum oprichten. Daarna kochten ze een oude geknotte molen in Mijdrecht. Daar werd dochter Meke geboren.
In de winter van 1966/67 verhuisde het gezin naar het Franse Baskenland.
Daar betrok het gezin dicht tegen de Spaanse grens, een boerderij, die alras werd omgebouwd tot atelier.
Hier kreeg Charles veel opdrachten voor restauratiewerken van oude en beschadigde werken van oude meesters uit de middeleeuwen. Zo werkte hij voor Zuid-Franse musea, particulier verzamelaars, alsmede voor de bisschop van Bayonne deze was zeer onder de indruk van het werk van Charles. Via hem kreeg hij veel restauratie opdrachten, van de oude adel uit Biarritz. De opdrachten waren zo goed uitgevoerd dat ook het Louvre in Parijs hem enkele opdrachten gaf.
In die tijd werd Charles Louis, voorgedragen als “Restaurateur- Agree du Louvre” van het Louvre in Parijs. De selfmade man, of in beter Nederlands,; autodidact, ging hier niet op in.
Na de acht jaren die ze in het Baskenland doorbrachten, heeft Charles zijn stijl, techniek en expressie ontwikkelt. Vele opdrachten voor portretten, landschappen en stillevens werden tot in perfectie uitgevoerd. Zijn werk vond veel bewondering op tal van exposities. O.a. een tentoonstelling Lyon, geopend door Ned. Ambassadeur.
In 1970 kocht Charles een touringcarbus, die ingericht werd als reizende woning en atelier. Twee jaar lang trok hij via Scandinavië naar het Duitse Arhdal. Hier trok hij op met jagers door de velden. Vele jachttaferelen en stillevens van jachtelementen werden op het linnen geschilderd.
Ondanks het succes koos het gezin in 1974 voor terugkeer naar Nederland.
Op de Prinsengracht, onder de Westertoren, tegenover het Anne Frankhuis in Amsterdam werd een pand gekocht en als woning/atelier ingericht. Het voorgedeelte werd omgebouwd in galerie annex koffieshop.
Vanaf dat moment werd Amsterdam zijn grote inspiratiebron, getuige de vele etsen, litho’s en tekeningen.
Hij streeft de kwaliteit en vakmanschap van de oude meesters na, zonder gebonden te zijn door stijl of techniek.
Zo ontstond een permanente expositie van wisselend werk van Charles in combinatie met een warme gezelligheid. Onder het genot van een kop koffie kon ieder genieten van het werk en visie van Charles. Zo was Kees Verwey een van de bezoekers.
Jaarlijks trok Charles er enkele maanden tussenuit om zijn reislust te bevredigen en te tekenen en te schilderen.
Engeland, Duitsland, Mallorca, Turkije, Spanje en Frankrijk werden bezocht. Dagelijks werd er getekend en geschilderd.
Op een van zijn reizen door Zwitserland kreeg hij van een kunstenaar een lithopers en stenen.
Deze moeilijke techniek kreeg hij met behulp van een kunstlithograaf Bas Nouwens uit Egmond onder de knie. Van de zeer oude pers werden door Charles vele prachtige litho’s gemaakt.
Naast realistisch, meer naar de werkelijkheid ontstonden ook fantasiewerken met eigen landschappen en symbolieken.
Erotische elementen, alsmede naaktportretten werden op winterse dagen in het atelier vervaardigd, met of zonder model. Een van zijn grote specialisme was zee en havengezichten, waarvan hij vele tekeningen, gouaches en schilderijen heeft gemaakt.
Steeds terugkerende elementen om de perfectie te bereiken.
Ool vele stillevens met steeds terugkerende elementen, zoals een viool en bladmuziek, werden tot in de perfectie uitgewerkt.
Ook dagtochten door Nederland werden ondernomen om vele plekjes in Nederland op papier en linnen vast te leggen.
Zo ontdekte hij West-Friesland.
In 1978 werkte hij voor Galerie Radbout in Medemblik. Weer volgde een aantal jaren van tekenen en schilderen. In west-Friesland werden de stadjes en dorpen vastgelegd. Hoorn, Medemblik, Enkhuizen en de havens rond het IJsselmeer alsmede botters en tjalken werden door zijn bekwame hand omgezet in een heel oeuvre aan tekeningen, aquarellen en litho’s.
Water trok hem, en derhalve werden verftubes, persen en ezels alsmede huisraad naar Rijsenhout gebracht om aan de plassen een nieuw atelier en woning te betrekken. Vanaf 1987 trok hij met zijn boot dagelijks over de plassen om water, leven, oevers en boten vast te leggen op linnen en papier.
Rusteloos en steeds op zoek naar de perfektie werden veel werken voltooid. Steeds kritisch op zichzelf en zijn werk, echter ook op de zogenaamde kunstwereld. Zijn werk was niet abstract en modern genoeg. Boos werd hij bij zulke uitingen over zijn werk, waar hij alles ingestopt had, wat hij kon. Wars was hij over de contraprestatie, die hij altijd geweigerd heeft. Ook in tijden dat het minder ging met de verkoop van zijn werk en het gezin mindere tijden kende.
Een mooi verhaal:
Toen hij op een zomerse dag aan de rand van een weiland in Medenblik zat te schetsen kwam een nurkse boer langs en bekeek zijn werk.
”Dat is straks zeker voor mij” zei hij, “want je zit je wel mooi van onze centen te vermaken”. Waarop Charles Louis repliceerde met de woorden: “Ik dacht eerder dat wij jou overtollige melk betaalden!”
“Waar blijf je als kunstenaar die geen ups en downs meemaakt”-
“je leven slijten met het handje op, nee, dan ga ik nog liever kranten rondbrengen dan gebruik maken van dat soort gelden.”
Hij werd geraakt door tal van gebeurtenissen. Het kraakwereldje legde hij vast in diverse werken.
Zo schonk hij Burgemeester Koch van New York twee aquarellen tijdens het 200-jarig bestaan van de betrekkingen tussen Nederland en Amerika.
Zijn vrouw Hannie en hij schonken Minister Brinkman een werk naar aanleiding van het taartincident in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.
Op zijn laatste reis naar Amerika legde hij vele tabaksplantages vast in Carolina om de sfeer waarin deze mensen leefden, vast te leggen.
In 1988 werd Charles Louis getroffen door een hersenbloeding, die hem het werken onmogelijk maakte. Hij kon dit niet accepteren en vocht als een tijger om weer te kunnen functioneren. Echter, een storing in zijn gezichtsvermogen en hersens konden niet meer herstellen.
Dagelijks bracht hij door in zijn atelier zonder dat hij echt kon werken.
Zijn persen en stenen verkocht hij, de tranen stonden hem in zijn ogen.
In 1990 verhuisde hij en zijn vrouw naar Zandvoort, waar hij kon genieten van de zee, die hij vanuit zijn woning dagelijks kon zien. Al zijn werken flitste door zijn hoofd, die hij nog wilde maken om de perfectie te bereikenen. Zijn boosheid om datgene wat hij nog wilde en niet kon, uitte hij door enkele van zijn meesterwerken te beschadigen.
Hier overleed hij op 29-12-1990, en liet ons een breed oeuvre van prachtige werken na,
waardoor de perfectionistische kunstschilder Charles Louis niet vergeten kan worden.